Sparen kost geld. Niemand wil dat zijn of haar vermogen verdampt.…
Graag vervolg ik mijn voorgaande column met alternatieven voor overtollige spaargelden. Doe er uw voordeel mee!
Sparen in de BV
Voor spaarders met grotere vermogens kan het zinvol zijn om te sparen in een BV. Er wordt dan slechts 20 procent belasting geheven over de werkelijk ontvangen rente. In box 3 geldt echter een belastingtarief van 30 procent en gaat men uit van 4 procent* fictieve rente (1,2 procent). * Voor 2017 zijn er
concrete plannen om dit percentage te verhogen naar max. 5,5 procent bij grote vermogens.
Eenvoudig rekenvoorbeeld
– Wanneer u in privé 500.000 euro spaart tegen een rente van 0,50 procent (-1,2 procent box 3 belasting), houdt u een negatieve rente over van 0,70 procent. Rendement: – 3.500 euro per jaar.
– Vanuit de BV is dat 500.000 euro x 0,50 procent – 20 procent vennootschapsbelasting. Rendement: + 2.000 euro per jaar. Vervolgens kan het dividend netto worden uitgekeerd in privé (- dividendbelasting 25 procent)= + 1.500 euro netto. Zelfs bij de huidige lage rentestand scheelt dat al 5.000 euro per jaar!
Praktijk
In feite verhuist het spaarsaldo van BOX 3 naar het aandelenkapitaal van de BV in BOX 2. De rente (winst tot 200.000 euro) wordt tegen 20 procent vennootschapsbelasting belast. Om er weer in privé over te kunnen beschikken dient er ook 25 procent dividendbelasting te worden betaald. Het nettoresultaat is beduidend beter dan in box 3. Een bijkomend voordeel is dat het vermogen in de BV niet meetelt bij het aanvragen van toeslagen of bij het bepalen van de eigen bijdrage aan de kosten van langdurige zorg (WLZ).
Uiteraard zijn er ook minpunten: Een BV brengt extra kosten met zich mee zoals de aangifte van de vennootschapsbelasting en verplichtingen bij de Kamer van Koophandel. De kosten belopen al snel een kleine 1.000
euro per jaar. Dus vooral interessant bij grotere vermogens. Maar wie zoveel geld op de bank heeft staan, moet zich ook even de vraag stellen of een deel ervan beleggen niet slimmer is. Dat betekent wel: meer risico nemen. Wie een
hoger rendement wil, ontkomt daar niet aan.
Onroerend goed
Zowel direct als indirect kan in ‘stenen’
worden belegd. Directe investeringen zijn
bijvoorbeeld vakantiehuisjes, studentenwoningen of andere panden die veelal aan
derden worden verhuurd.
De lusten
Huuropbrengsten zorgen voor inkomsten, bovendien kan de vastgoedwaarde zorgen voor hogere verkoopopbrengsten. Fiscaal telt de WOZ waarde in BOX 3. De ontvangen huurinkomsten zijn belastingvrij.
De lasten
Kosten van onderhoud en bemiddeling, geen huurder kunnen vinden, onverhoopte waardedaling of het incourant worden.
Indirect kan men bijvoorbeeld deelnemen in vastgoed beleggingsfondsen en trackers. Het voordeel is de grote spreiding over het vastgoed en de regio’s waardoor risico’s beter verdeeld zijn. Een ander pluspunt is de verhandelbaarheid; veelal dagelijks. Deze posities zijn echter ‘minder tastbaar’ dan bij directe beleggingen in stenen.
* Vanwege de eenvoud heb ik de belastingvrijstelling in box 3 ad 24.437 euro per persoon en enkele details buiten beschouwing gelaten. Laat u adviseren! Ik denk graag met u mee over de meest optimale verdeling en mogelijke scenario’s in uw situatie. U kunt rekenen op gedegen, onafhankelijk vermogensadvies voor een eerlijke prijs. Notaris en uw andere adviseurs worden, wanneer nodig, hierbij uiteraard bij betrokken.